James Rosenquist
James Rosenquist (1933-2017) was een gerenommeerde Amerikaanse kunstenaar die vooral bekend staat om zijn centrale rol in het definiëren van de Pop Art-beweging van het midden van de 20e eeuw. Zijn werk, gekenmerkt door de fragmentatie en hermontage van beelden uit de populaire cultuur en reclame, bood een nieuw perspectief op de Amerikaanse consumptiemaatschappij.
Rosenquist, geboren op 29 november 1933 in Grand Forks, North Dakota, toonde al vroeg aanleg voor kunst. Hij studeerde van 1952 tot 1954 aan de Universiteit van Minnesota voordat hij naar New York City verhuisde, waar hij naar de Art Students League ging. Om in zijn levensonderhoud te voorzien tijdens zijn eerste jaren in New York werkte Rosenquist als schilder van reclameborden, een ervaring die zijn latere benadering van schaal en compositie diepgaand heeft beïnvloed.
In het begin van de jaren 1960 begon Rosenquist elementen van reclameborden en commerciële kunst in zijn schilderijen te verwerken, waarbij hij putte uit zijn ervaringen als schilder van uithangborden. Deze periode van zijn werk bereikte zijn hoogtepunt in 1965 met de creatie van een van zijn beroemdste werken, “F-111”, een uitgestrekt schilderij ter grootte van een kamer dat ongelijksoortige beelden combineerde, waaronder een straaljager, een gloeilamp en een stuk taart.
Rosenquists kunst onderscheidde zich van zijn tijdgenoten door zijn unieke benadering van Pop Art. In plaats van consumptieartikelen af te beelden zoals ze waren, zoals Warhol en Lichtenstein, gebruikte Rosenquist een montagetechniek om surrealistische, droomachtige composities te creëren die de verzadiging en overbelasting van het moderne medialandschap weerspiegelden.
Zijn carrière besloeg meer dan vijf decennia, waarin hij een overvloedig oeuvre produceerde dat wereldwijd werd tentoongesteld. Rosenquist bleef grenzen verleggen en experimenteren met nieuwe vormen en concepten tot aan zijn dood op 31 maart 2017.
Naast zijn artistieke prestaties was Rosenquist ook een actieve voorvechter van de rechten van kunstenaars. Van 1978 tot 1985 was hij bestuurslid van de National Council on the Arts, waar hij opkwam voor het volgrecht van kunstenaars.
Het werk van Rosenquist blijft invloedrijk in de hedendaagse kunst en biedt een suggestieve kritiek op de consumptiecultuur en de massamedia. Zijn innovatieve combinatie van commerciële en fijne kunsttechnieken zette een spoor uit voor toekomstige kunstenaars en verstevigde zijn nalatenschap als pionier in de Pop Art-beweging.